De diploma-uitreiking

De combinatie van studeren en de Amerikaan Fred Sanders valt het beste als een haat-liefdeverhouding te omschrijven. Eigenlijk verafschuwen ze elkaar, maar ze kunnen toch ook niet zonder. Zoiets als een gescheiden vrouw en haar ex: vergeten is onmogelijk, eigenlijk houdt ze nog van hem, maar zodra hij in de buurt komt steekt de weerstand toch weer de kop op, een regelrechte aanslag op de emotionele stabiliteit.
Bij het afronden van de studie in zijn jeugd kende de inmiddels hoogbejaarde Fred de nodige hobbels. Als geboren dromer passeerde een rijk scala aan toekomstplannen zijn voorstellingsvermogen, een indrukwekkende reeks die telkens weer een enthousiaste start kende, maar door tal van oorzaken onherroepelijk strandde, waarbij de scheve verhouding tussen studeren en aandacht voor vrouwelijk schoon zich buitengewoon vaak als oorzaak opwierp. Zo vorderde zijn jeugd gestaag zonder enig perspectief op een diploma, een doorn in het oog van zijn ouders die bij iedere herstart hun portemonnee konden trekken. Bovendien ontwikkelde Fred tijdens het toenemend aantal studiewisselingen een vervelende faalangst, zich openbarend op momenten waarop cruciale tentamens of examens zich aandienden. Hierdoor presteerde hij vaak onder zijn kunnen, met menig onvoldoende tot gevolg. Met het toenemen der tijd hadden Freds ouders de stille hoop op het slechten van deze psychologische drempel nagenoeg opgegeven.
Toch nam Fred geen genoegen met deze frustratie en besloot eind jaren vijftig van de vorige eeuw om hieraan voorgoed een einde te maken, af te rekenen met dit doembeeld. Hiertoe meldde hij zich bij de San Gabriel High School in Zuid-Californië. Het nieuwe studiejaar startte hij welgemoed met nieuwe voornemens, geschoond van vrouwen en faalangsten. Vooralsnog verliep de studie zonder problemen, ook de tentamens leverden stuk voor stuk goede resultaten op. Zo vorderden de jaren en wekte Fred bij zijn docenten de indruk van een hardwerkende, goed gemotiveerde student. Vol vertrouwen stevende hij in 1962 dan ook op zijn eindexamen af. Spanningsvol, dat wel, maar de positieve ervaringen in de recente studiejaren hadden zijn vertrouwen in een goede afloop hoopvol gevoed.
En zo braken in mei de examendagen aan, een periode waarin de zenuwen toch weer bovengemiddeld toesloegen. Ondanks dat liet Fred zich niet uit het veld slaan en lukte het hem om deze ophopende nervositeit vastberaden in te dammen. Eindelijk gloorde aan de horizon het bezit van het zo begeerde diploma, de opstap naar het maken van definitieve toekomstkeuzes, de weg in de altijd al gewenste richting. Op de laatste examendag echter schoof er een klein donker wolkje voor de eindexamenzon. Nadat Fred de zaal verliet, na twee uren van zwoegen en zweten, liep de rector op hem af met een verontrustende vraag.
“Ha Fred, hoe ging je laatste examen? Heb je er vertrouwen in?”
“Oh ja hoor, het was hard werken maar ik denk dat het wel gelukt is,” antwoordde Fred, overrompeld door deze onverwachte aandacht.
“Nou dat is goed om te horen. Kan je even meelopen naar mijn kamer? Ik wil iets met je bespreken.”
Hierop draaide de rector zich om en liep in de richting van zijn werkkamer in het vertrouwen dat Fred hem zou volgen, die dat met elastieken benen inderdaad deed. Het onverhoedse verzoek van de rector zoog alle stabiliteit uit zijn ledematen, waardoor hij met moeite de man naar zijn kantoor kon volgen. Daar aangekomen kreeg hij een stoel aangeboden, gevolgd door de ophelderende vraag.
“Uit onze administratie blijkt dat je verzuimd hebt om je Engelse essay in te leveren. Klopt dat of zijn wij per ongeluk abuis? Zonder een positieve beoordeling van dat essay kan er namelijk geen diploma-uitreiking plaatsvinden.”
Als door een zeshonderd volt schok getroffen verstijfde Fred in zijn stoel, zijn helder denkvermogen verlamde ter plekke. Slechts een grijze mist vulde zijn hoofd, een gedachteloosheid die hem niet tot antwoorden in staat stelde. Wezenloos en met half geopende mond staarde hij de rector aan, die de situatie lastig kon inschatten. Daarom vroeg hij nogmaals:
“Klopt het Fred dat jij je Engelse essay nog niet hebt ingeleverd?”
Gelukkig bracht die laatste vraag Fred weer op de wereld terug. Plotseling herinnerde hij zich het moment waarop hij met zijn klas naar huis werd gestuurd, omdat de leraar Engels zich ziek meldde, precies op de dag dat hij het ontbrekende document wilde inleveren.
“Oh nou u het zegt,” begon Fred, waarop hij de situatie toelichtte en beloofde het essay nog dezelfde dag ter beoordeling te overhandigen.
Natuurlijk vond hij zichzelf uitermate onachtzaam, maar desalniettemin hield hij het volste vertrouwen in het essay, daar hij al zijn kunde bij het vervaardigen ervan aanwendde en zich bovendien door enkele oud-studenten gedegen liet adviseren. Des te groter was de schok toen enige dagen later zijn mentor belde om te vertellen dat het essay een negatieve beoordeling had gekregen en hij in de zomer een nieuw moest inleveren om alsnog voor zijn examen te kunnen slagen.
Fred was furieus, buiten zinnen. Wat dachten ze wel, hij had toch zijn uiterste best gedaan! Werden zijn toekomstplannen, die nu zo binnen handbereik leken, hem dan toch nog uit handen geslagen?
Die nacht deed hij geen oog dicht. In de duisternis van zijn slaapkamer fokte hij zichzelf op om een daad te stellen, een bewijs voor het onvermogen van die docent Engels. De volgende morgen belde hij direct naar het stadhuis om toestemming te vragen voor het houden van een demonstratie. Met een aantal leeftijdgenoten, vrienden, sympathisanten en medestudenten wilde hij een tocht door de stad naar school maken, een tocht gericht tegen de corrupte docent die het nodig vond om hem een onvoldoende te geven en daardoor zijn toekomstplannen te vernietigen.
De dienstdoende gemeenteambtenaar raakte nogal in paniek door dit ongewone verzoek en waarschuwde direct de politie, die op haar beurt contact met de school en Freds ouders zocht. Dat zijn impulsieve actie dusdanig grootschalige gevolgen teweeg bracht shockeerde Fred op zijn beurt.
In het hierop volgende gesprek met de politie en de school verklaarde hij het aanvragen van de demonstratie als grap te bedoelen en voorbij was gegaan aan de mate waarin dat serieus zou worden genomen.
Dezelfde avond nog schreef hij een vriendelijke brief aan de geplaagde docent, waarin hij diep door het stof ging en zijn spijt betuigde.
‘Ik snap dat u in shock bent, achteraf ben ik dat eerlijk gezegd ook,’ begon Fred zijn brief. ‘Ik snap dat u in verwarring bent, want zoals u mij waarschijnlijk kent heb ik me nooit door slechte intenties laten leiden. Hopelijk beseft u dat ik dit verzoek alleen als grapje bedoeld heb en niet als serieuze actie.’
Fred eindigde zijn brief met aan te geven dat hij de onvoldoende accepteerde en in de zomer een nieuw essay zou inleveren.
Na alle commotie ging hij ervan uit de zaak hiermee beklonken te hebben. Tot zijn grote teleurstelling nam de school echter geen genoegen met zijn excuses en ging direct tot schorsing over. Enkele dagen later werd zelfs besloten om hem definitief van school te sturen.
‘Dit gedrag is onacceptabel en heeft een zeer grote impact op het veiligheidsgevoel van schoolpersoneel en wordt als zeer intimiderend en bedreigend ervaren,’ meldde het schoolbestuur in een brief aan Freds ouders.
Als een vernietigende mokerslag landde deze zware sanctie bij Fred en zijn ouders, die bezwaar maakten bij de overkoepelende schoolorganisatie, die dit per direct afwees.
‘Het bestuur constateert dat de aanvraag van een demonstratie bij de gemeente tegen een zogenaamde corrupte docent een daad was om de docent in een kwaad daglicht te stellen en daarmee persoonlijk te beschadigen,’ luidde de per brief toegezonden onderbouwing.
Freds ouders konden alle begrip opbrengen voor het ontstane gevoel van onveiligheid, maar vonden de getroffen sanctie in geen enkele redelijke verhouding tot de ernst van Freds fout staan. Van school gestuurd worden zou voor hun zoon ingrijpende gevolgen hebben. Bovendien had hij zich in de jaren ervoor een voorbeeldig student getoond.
In een uiterste poging Freds toekomst veilig te stellen spanden zij een rechtszaak aan. Al vrij snel kwam de rechter tot een vonnis, waarin hij de ouders in het gelijk stelde, onder meer omdat Fred spijt had betuigd en ook door zijn tot dan toe probleemloze schoolcarrière.
“In het geval een leerling voor de eerste keer een misstap begaat, ligt het in beginsel niet voor de hand dat toepassing van de zwaarste sanctie een proportionele reactie is,” oordeelde de rechter. Ten slotte veroordeelde hij de High School om de negentienjarige Fred binnen vierentwintig uur na het uitspreken van het vonnis weer toe te laten op school, om hem alsnog in de gelegenheid te stellen zijn studie af te ronden
Met minstens zoveel toewijding stortte Fred zich op de vervaardiging van zijn nieuwe essay, dat uiteindelijk een ruime voldoende opleverde. Wellicht wilde de school niet opnieuw haar vingers branden. Hoe dan ook, in september van dat jaar vond eindelijk de diploma-uitreiking plaats, een moment waarnaar Fred vol trots toeleefde. Toch schoof ook daar weer een donker wolkje voor het diplomagevoel.
Toen Fred samen met zijn ouders op school arriveerde voor het in ontvangst nemen van zijn diploma, werd hem verzocht om eerst een boete van $4,80 te voldoen in verband met een bibliotheekboek dat hij al veel te lang in zijn bezit bleek te hebben. Pas daarna zou tot de diploma-uitreiking worden overgegaan. Voor Fred gold deze onverwachte confrontatie als de bekende druppel. Schreeuwend en tierend verhief hij zich van zijn stoel, de verwensingen in de richting van het lerarenkorps waren niet van de lucht.
“Steken jullie dat diploma maar in je reet. Ik ga mijn eigen boontjes wel doppen, daar heb ik jullie niet voor nodig.”
Ziedend ging hij naar huis, het diploma latend voor wat het was.
Inderdaad dopte Fred in de jaren hierna zijn eigen boontjes. Uiteindelijk lukte het hem om een goedlopende eigen zaak op te bouwen, waarmee hij zich gedurende de rest van zijn werkzame leven van een ruim inkomen verzekerde.

Inmiddels had Fred de eerbare leeftijd van achtenzeventig jaar bereikt, een moment in het leven waarop hij regelmatig terugblikte, waarbij nostalgische gevoelens als een zoete saus zijn bittere teleurstellingen van een ander smaakpalet voorzagen. Zijn herinnering aan de hilarische diploma-uitreiking in 1962 toverde op zijn gezicht een meewarig voldane glimlach, maar ook een van ‘dat zou ik nu niet meer zo doen’.
Zijn van bittere teleurstelling vervulde verwensing van weleer, ‘steken jullie dat diploma maar in je reet’, werd door de toenmalige schoolleiding niet opgevolgd, blijkens een brief van het huidige bestuur, die Fred kortgeleden in zijn brievenbus vond. De school bleek na al die jaren nog steeds over Freds originele diploma te beschikken, bewaard in een oude archiefkast. De huidige leiding was ervan overtuigd dat een uitreiking alsnog op zijn plaats zou zijn.
Na het lezen van dit schrijven toverde Fred een triomfantelijke glimlach op zijn gezicht. Eigenlijk zag hij er de humor wel van in. Jammer alleen dat zijn ouders dit niet meer konden meemaken.
En zo gebeurde het dat Fred Sanders op een zonnige dag als achtenzeventigjarige stralend over het podium in de Rose Bowl in Pasadena liep om zijn ooit felbegeerde diploma in ontvangst te nemen.
“Die krijgt een mooi plekje aan de muur,” vertelde hij vol trots aan het publiek in de zaal.
En zo gebeurde ook. Voortaan had Fred er ’s ochtends een nieuw ritueel bij. Nadat hij de foto van zijn vorig jaar overleden echtgenote had gekust, liep hij naar het ingelijste diploma aan de muur en sprak dan de legendarische woorden:
“Steek die maar lekker in je reet!” waarna hij glimlachend de nieuwe dag tegemoet trad.


Twitter Facebook LinkedIn Volgen


De diploma-uitreiking

Voortschrijdend verval

De Snuffelaar

audioSnipper

Creatief winkelen

Mensen kijken